Hoe geïsoleerde kabelschoenen op de juiste manier te krimpen
Aanbevelingen voor het krimpen van geïsoleerde kabelschoenen met KBT-krimptangen
1 Bereid de draad goed voor. Geïsoleerde connectoren kunnen alleen worden gekrompen op meeraderige koperen geleiders. Gebruik voor de installatie van massieve draden niet-geïsoleerde kabelschoenen en speciale krimptangen (type 05). Strip de isolatie van de draad tot de gewenste lengte zonder de draden te beschadigen. De verwijderingslengte wordt bepaald door de geometrie van de koppeling. Om het inbrengen van de gevlochten draad in het oor te vergemakkelijken, draait u de draad lichtjes om hem compact te maken.
2 Selecteer de juiste connector. De maat van de kabelschoen moet overeenkomen met de doorsnede van de draad.
De geometrie van het contactgedeelte wordt geselecteerd op basis van het type invoerterminal en de bedrijfsomstandigheden. Bij trillend of rollend materieel geen vorkpunten gebruiken.
3 Kies het juiste gereedschap... Gebruik een professionele krimptang. Rateltangen zorgen voor een stop totdat een volledige krimpcyclus is voltooid.Dit elimineert het risico van onderdruk veroorzaakt door de operator. De grafiek toont de afhankelijkheid van de mechanische sterkte en elektrische weerstand van het contact van de krimpkracht (de hoogte van het krimpprofiel).
4 Plaats de matrijzen correct op de kaken... Bij het verwisselen van matrijzen in krimpbekken, monteer ze zo dat de kant van de matrijzen met het kleinste deel van het krimpprofiel zich op de rand van de kaken bevindt.
5 Plaats de ferrule correct op de ader... Het uiteinde van de blootliggende ader moet zichtbaar zijn en gelijk liggen met de kabelschoen of niet meer dan 1 mm uitsteken zonder het contactgebied van de verbinding binnen te gaan. Zorg ervoor dat er geen isolatie aanwezig is op de afzonderlijke geleiders van de ader onder de geïsoleerde mof. De draadisolatie moet tot aan de aanslag in de penisolatiehuls gaan en de huls volledig overlappen.
6 Steek de connector correct in de bekmatrijzen. Bij het krimpen met matrijzen met twee circuits (krimpen op de kern en isolatie), plaatst u de punt correct in de matrijzen van de krimpbekken zodat elk circuit het overeenkomstige deel van de draad krimpt. De punt moet beginnen aan de gemarkeerde kant van de stempels. Richt de punt zo dat de procesnaad van het cilindrische deel zich bovenaan bevindt. Gebruik kleurcodering of matrijsnummer om het krimpprofiel voor de geselecteerde tipmaat te identificeren.
7 Draai de punt correct. Er moet worden geperst tot de matrijzen van de perstang volledig gesloten zijn. Controleer na het krimpen de integriteit van de isolatiehuls en de mechanische sterkte van de verbinding. Er mag geen beweging van de draad in de punt zijn.