Bediening van elektrische apparatuur van liften
De veilige en probleemloze werking van de lift hangt in grote mate af van de correcte werking, van technisch bekwaam en systematisch onderhoud en reparaties die de goede staat van alle mechanismen garanderen.
Volgens de «Regels voor de constructie en veilige werking van liften» PB 10-558-03 worden activiteiten met betrekking tot installatie, onderhoud, reparatie, modernisering van liften en systemen voor toezichtcontrole over de werking van liften uitgevoerd door organisaties die gespecialiseerd zijn in het uitvoeren van de betreffende werkzaamheden, beschikken over technische middelen en gekwalificeerde specialisten. Technische diagnostiek en inspectie van liften, evenals verzendingscontrolesystemen worden uitgevoerd door deskundige organisaties met een vergunning voor industriële veiligheidsexpertise, uitgegeven door Gosgortechnadzor uit Rusland.
Elke elektricien moet bepaalde liften toegewezen krijgen. Het aantal liften dat aan elke elektricien wordt toegewezen, moet worden bepaald op basis van de duur van periodieke inspecties en reparaties, rekening houdend met het type lift.
Liften, conducteurs, liftcoördinatoren, liftlopers en elektromonteurs die technisch toezicht op liften uitvoeren, moeten zijn opgeleid volgens het betreffende programma en gecertificeerd door de kwalificatiecommissie van de onderwijsinstelling of het bedrijf dat hem heeft opgeleid. Wie slaagt voor de certificering, moet een certificaat ontvangen. De kwalificatie van elektromechanica moet worden uitgevoerd met de medewerking van een vertegenwoordiger van technisch toezicht.
Inspectie van liften moet maandelijks en periodiek worden uitgevoerd in overeenstemming met het schema voor preventie en inspecties. Elke dienst kan worden toegewezen aan liften, conducteurs, liftcoördinator, lift of elektricien.De persoon belast met de vervanging van de lift is verplicht de werking van de verlichting van de cabine, de schacht, de machinekamer en de platforms voor de schachtdeuren te controleren, evenals de werking van de schachtdeursloten, contacten, controlesystemen en signalering, de nauwkeurigheid van het stoppen van de auto volgens verdiepingen. De resultaten van de keuring dienen te worden vastgelegd in een dienstlogboek.
Periodieke inspectie van de lift moet worden uitgevoerd door een elektricien die technisch toezicht op liften uitvoert voor zover voorzien in zijn taakomschrijving en fabrieksinstructies, die de lift heeft gemaakt. De resultaten van de inspectie worden vastgelegd in het periodieke inspectielogboek van de lift.
Bij het onderhoud en toezicht op liften moeten alle veiligheidseisen strikt worden nageleefd. Het is met name verboden:
b) start de lift door de apparaten die worden aangedreven door de spanning van de elektromotor direct te beïnvloeden,
c) veiligheids- en blokkeerinrichtingen voor liften verbieden,
d) gebruik draagbare lampen met een spanning van meer dan 36 V,
e) sluit een elektrisch gereedschap, verlichtingslampen aan op het liftbesturingscircuit of andere elektrische apparaten, behalve meetapparatuur,
f) klimmen op het dak van de cabine, behalve in het geval dat de lift wordt bestuurd met behulp van een apparaat met een knop op het dak van de cabine met een snelheid van niet meer dan 0,36 m / s,
g) de mijn beklimmen zonder steigers en ladders, en ook via de touwen naar beneden gaan.
In geval van detectie tijdens de inspectie van de lift of tijdens de werking van een storing van veiligheidsvoorzieningen, alarmen of verlichting, evenals andere storingen die het veilige gebruik van de liften of het onderhoud ervan bedreigen, moet de lift worden stilgezet totdat de gedetecteerde beschadigingen worden gerepareerd verwijderd. geëlimineerd en weer in gebruik genomen met toestemming van de persoon, de schade gerepareerd.
Werkzaamheden uitgevoerd tijdens de werking van liften voor elektrische apparatuur
Om de normale werking van de lift te garanderen, is het noodzakelijk om periodiek (minstens twee keer per maand) een gedetailleerde inspectie van alle onderdelen uit te voeren en hun werking te controleren. Tijdens deze inspecties worden versleten onderdelen geïdentificeerd en gerepareerd of vervangen. De keuring moet worden uitgevoerd door een elektricien die samen met een assistent de lift bewaakt. De inspectie van de draagkabels moet worden uitgevoerd door een elektromonteur en de assistent zet op zijn teken de liftlier aan en beweegt de kooi met behulp van het vloerrelais, de kooi wordt in deze gevallen gestopt door de hoofdschakelaar uit te zetten.
Alvorens de lift te inspecteren, moet de elektricien de hoofdschakelaar in de machinekamer uitschakelen en waarschuwingsberichten op de schachtdeuren plaatsen.
Tijdens de inspectie moet de elektricien:
a) de schachtafsluiting controleren, met bijzondere aandacht voor de staat van de gaasafrastering bij de deursloten,
b) controleer de bevestiging van de geleiders met behulp van een sjabloon en de afstand tussen hen over hun gehele hoogte, zorg ervoor dat de cabine niet vervormt tijdens het rijden, zorg ervoor dat er voldoende smering is voor autorails en contragewicht,
c) controleer de werking van de mijndeursloten,
d) controleer de staat en werking van de lier, zorg ervoor dat er geen breuken en schade zijn, ongewone geluiden en trillingen, overmatige verwarming van lagers, motorbehuizing en remspoelen elektromagneet, controleer de betrouwbaarheid van de sleutel en vergrendelingsbevestigingen, aanhaalboutverbindingen , aanwezigheid en oliepeil in het carter van de versnellingsbak, afwezigheid van olielekken, enz.,
e) de werking van de rem en de mate van slijtage van de remblokken controleren en, indien nodig, de remblokken vervangen en de slag van de remblokken afstellen,
f) controleer de bevestiging van alle draden op het bedieningspaneel, verwijder koolstofafzettingen van de werkoppervlakken van de contacten, zorg ervoor dat de beweegbare delen van de schakelaars en relais gemakkelijk kunnen bewegen, veeg de werkoppervlakken van de draad en het anker van de schakelaars schoon en relais met een licht geïmpregneerde doek schone motorolie,
g) controleer de werking van de eindschakelaar afzonderlijk voor de laatste bovenste en laatste onderste positie van de cabine,
h) controleer de blokkeerkleppen,
i) controleer de aanwezigheid van vet in de snelheidsbegrenzer en de werking ervan door het touw over te brengen naar de kleine katrol,
j) controleer de werking van de cabinedeurcontacten en de mate van nauwkeurigheid van de cabinestops op de vloeroppervlakken,
k) zorg ervoor dat de mate van slijtage van de ondersteunende touwen de vastgestelde normen niet overschrijdt, dat de touwen geen mechanische schade hebben, indien nodig de touwen over de gehele lengte smeren,
m) controleer de werking van de startapparatuur en schakelaars van de vloerlift,
m) controleer de bevestiging van de bedrading in de machinekamer, in de schacht en op de kooi, zorg ervoor dat de verlichting van de liften en de licht- en geluidsalarminstallaties in goede staat verkeren.
De elektricien is verplicht de lift te stoppen:
2) als de reminrichting defect is,
3) als er een ongewoon geluid of klop optreedt tijdens de beweging van de cabine, knarsen,
4) als de cabine spontaan interceptors laat landen,
5) als de auto bij het starten begint te bewegen in de tegengestelde richting van de gegeven richting,
6) als de cabine uitgerust met een bedieningsknop niet stopt op een bepaalde verdieping,
7) als de auto niet automatisch stopt in extreme gevallen van werkposities,
8) als de eindschakelaar niet werkt,
9) als de lagers van de liftmechanismen te heet zijn,
10) als er een groot olielek is uit het carter van de versnellingsbak of motorlagers,
11) als de spanning van de cabinekabels, het contragewicht of de snelheidsbegrenzer afneemt of breekt,
12) als een kromming van de rails van de auto wordt gedetecteerd, of een contragewicht dat het toelaatbare overschrijdt volgens de tekening voor installatie (installatie),
13) als overmatige verwarming van de isolatie van elektrische draden optreedt, bepaald door de geur van verbranding,
14) als er aanzienlijke schade aan het mijnhek wordt geconstateerd.
Alvorens de lift weer in gebruik te nemen, dient de elektromonteur alle geconstateerde gebreken en storingen te verhelpen, de administratie van de onderneming of instelling hierover te informeren en de bijbehorende aantekeningen in het logboek te maken.
De belangrijkste oorzaken van liftschade en storing zijn:
a) onvoldoende en nalatig technisch toezicht en het vroegtijdig oplossen van problemen met het mechanische deel van de lift en de elektrische uitrusting ervan,
b) onzorgvuldig onderhoud van de lift en slecht onderhoud van de mechanismen (vooral voor de mechanismen van de mijndeuren en voor de vergrendelingsinrichtingen).
De basis voor een probleemloze werking van de lift moet een systeem zijn voor een goede verzorging en bewaking van de toestand ervan, een systeem om storingen te voorkomen.
Tijdens periodieke inspecties van de lift is het noodzakelijk om alle contactoppervlakken van de elektrische liftapparatuur tijdig te reinigen van koolstofafzettingen en vuil, de borstels, sleepringen of de collector van de elektromotor te controleren en onmiddellijk schoon te maken met een persoonlijk vijl of glaspapier, vervang de contacten wanneer ze versleten zijn.
Tijdige smering van zijn mechanismen, geleiders en touwen, periodieke verificatie van de betrouwbaarheid van hun werk, systematische uitvoering van afstelwerkzaamheden en tijdige vervanging van versleten onderdelen zijn erg belangrijk voor de normale werking van de lift. Een voorwaarde voor een betrouwbare en veilige werking van de lift is strikte naleving van de instructies en bedieningsregels.